Het materiaal van een kunstwerk bepaalt voor een groot deel hoe het in een interieur overkomt. Canvas, dibond en plexiglas hebben elk een eigen uitstraling en passen daarmee anders binnen een ruimte. Door materialen bewust te combineren kun je diepte en contrast creëren, zonder dat het geheel onrustig wordt.

In deze blog lees je hoe je verschillende materialen op een evenwichtige manier gebruikt in je interieur.

1. Canvas – warm en natuurlijk
Canvas heeft een matte structuur en voelt zacht en artistiek aan. Het past goed in rustige, natuurlijke of Scandinavische interieurs. Ook in combinatie met houten meubels of neutrale tinten komt canvas goed tot zijn recht.

2. Dibond – strak en modern
Dibond is een aluminiumplaat met een glad oppervlak. Het geeft een moderne, minimalistische uitstraling en werkt goed in strakkere ruimtes. Door de scherpte van het materiaal blijft het kunstwerk clean, ook op groot formaat.

3. Plexiglas – diepte en reflectie
Plexiglas zorgt voor een glanzend en helder effect. Door de lichtreflectie krijgt een werk meer intensiteit, wat vooral goed werkt bij expressieve of kleurrijke ontwerpen. Het past bij interieurs met glansaccenten of een luxere stijl.

4. Combineren zonder dat het druk wordt
• Gebruik maximaal twee materialen binnen één muur of ruimte.
• Zorg dat de stijl van de kunstwerken overeenkomt, bijvoorbeeld qua kleurenpalet of vormgeving.
• Laat één materiaal de hoofdrol spelen en gebruik het andere als subtiel accent.
• Houd de kleuren rustig als materialen contrasteren.

5. Wat werkt in welke ruimte?

6. Advies per interieurstijl

Door materialen zorgvuldig te combineren ontstaat een uitgebalanceerd interieur met diepte en karakter. Niet het materiaal, maar de samenhang tussen kunst, kleurgebruik en ruimte bepaalt uiteindelijk het effect.